Spelling van het meervoud
Uitleg
De meeste woorden (zelfstandig naamwoorden) hebben een enkelvoud en een meervoud.
- het boek - de boeken
- de pen - de pennen
- de tafel - de tafels
- de groente - de groentes/groenten
Er zijn ook zelfstandig naamwoorden die alleen maar in het meervoud voorkomen (hersenen/ hersens) of alleen in het enkelvoud (zand, politie).
Spelling
De meeste zelfstandig naamwoorden krijgen in het meervoud -en, sommige woorden krijgen een -s in het meervoud en soms mag het allebei. Er zijn ook meervoudsvormen die heel anders zijn, die moet je uit je hoofd leren.
Meervoud eindigend op -en
- het paard - de paarden
- het beest - de beesten
- de handdoek - de handdoeken
Soms moet je de laatste letter van het enkelvoud verdubbelen, anders krijg je een verkeerde uitspraak:
- het pak - de pakken
- de les - de lessen
- de pet - de petten
Soms moet je een klinker weglaten:
- de paal - de palen
- de beer - de beren
- de boom - de bomen
Let op als de laatste letter een -s of een -f is, dan krijg je soms in het meervoud een andere letter:
- het huis - de huizen
- de neef - de neven
Meervoud eindigend op -s
Het meervoud op -s is eenvoudig, je plakt de -s aan het woord vast. Soms moet er een -'s gebruikt worden bij het meervoud.
- de beker - de bekers
- de tafel - de tafels
- de telefoon - de telefoons
- taxi - taxi's
Meervoud eindigend op -eren
Het meervoud kan ook eindigen op -eren, dat komt niet zo vaak voor. Dit zijn bijna alle woorden waarbij dat voorkomt:
- het ei - de eieren
- het kind - de kinderen
- het blad - de bladeren/ bladen (van bijvoorbeeld een boom)
- het kalf - de kalveren
- het lam - de lammeren
- het lied - de liederen
- het rund - de runderen
- het volk - de volkeren/volken
Leerwoorden
Soms is de uitspraak en de spelling van een meervoudsvorm anders, deze leerwoorden moet je dus echt uit je hoofd leren. Hier staan een aantal voorbeelden:
- het schip - de schepen
- de weg - de wegen
- het dak - de daken
- het gat - de gaten
- het lid - de leden
- het glas - de glazen
- de stad - de steden
- het graf - de graven
- het slot - de sloten
- de koe - de koeien
- de vlo - de vlooien
Maak hier de oefeningen met de meervoudsvormen.