In de Nederlandse taal worden veel uitdrukkingen gebruikt. Om een uitdrukking te kunnen gebruiken, moet je de betekenis kennen en je moet de woorden in de uitdrukking echt weten. In deze oefening ga je de ontbrekende woorden invullen. 

Je kunt ook eerst oefenen met het opzoeken van uitdrukkingen in een woordenboek of je kunt oefenen met het herkennen van figuurlijk taalgebruik.

In deze opdracht zie je vijf uitdrukkingen. Sleep steeds het ontbrekende woord in de uitdrukking.