Het betrekkelijk voornaamwoord herkennen en gebruiken
Uitleg
Het betrekkelijk voornaamwoord hoort bij taalkundig ontleden (woordsoortbenoeming). De Latijnse naam is relatief pronomen en een afkorting is betr. vnw.
De belangrijkste betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
- die
- dat
Andere betrekkelijke voornaamwoorden zijn:
- wie
- wat
- hetgeen
- welk(e)
Een betrekkelijk voornaamwoord heeft betrekking op (verwijst naar) een woord dat er vlak voor staat (of woorden die er vlak voor staan). Lees ook de uitleg over het aanwijzend voornaamwoord die en dat.
- Die wordt gebruikt bij de-woorden.
- Dat wordt gebruikt bij het-woorden.
Lees de uitleg over de lidwoorden of oefen met het juiste lidwoord.
Voorbeelden
- De verhalen die ik voor taal moest schrijven.
- die verwijst naar de verhalen
- De pen die ik heb teruggegeven.
- die verwijst naar de pen
- Het boek dat ik van juf Melis heb gekregen.
- dat verwijst naar het boek
- Hij is een docent, wie ik zoiets altijd zou toevertrouwen.
- wie verwijst naar een docent
Maak de oefeningen om het betrekkelijk voornaamwoord te leren herkennen.
Maak de oefeningen om het juiste betrekkelijk voornaamwoord te gebruiken in zinnen.