werkwoordspelling: werkwoord mogen verleden tijd 1
Het werkwoord (verbum) mogen is onregelmatig. Deze oefening gaat over de verleden tijd (vt) en het voltooid deelwoord (vd).
- Ik mocht geen extra koekje.
- Wij mochten gisteren een ijsje halen.
Vul een vorm van het werkwoord 'mogen' in.
Afgesloten oefening.
Deze oefening is afgesloten. Log in om de oefening te kunnen maken of neem een jaarabonnement.
Verbeter je Nederlands voor € 15,- per jaar.
Je bent niet ingelogd, je scores worden niet opgeslagen.
Inloggen
-
regelmatige werkwoorden
-
regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 1
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 2
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 3
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 4
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 5
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 6
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 7
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 8
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 9
- regelmatige werkwoorden tegenwoordige tijd 10
-
regelmatige werkwoorden verleden tijd
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 1
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 2
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 3
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 4
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 5
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 6
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 7
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 8
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 9
- regelmatige werkwoorden verleden tijd 10
-
regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 1
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 2
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 3
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 4
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 5
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 6
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 7
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 8
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 9
- regelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 10
-
-
onregelmatige werkwoorden
-
werkwoorden verleden tijd ik
- onregelmatige werkwoorden ik 1
- onregelmatige werkwoorden ik 2
- onregelmatige werkwoorden ik 3
- onregelmatige werkwoorden ik 4
- onregelmatige werkwoorden ik 5
- onregelmatige werkwoorden ik 6
- onregelmatige werkwoorden ik 7
- onregelmatige werkwoorden ik 8
- onregelmatige werkwoorden ik 9
- onregelmatige werkwoorden ik 10
-
werkwoorden verleden tijd wij
- onregelmatige werkwoorden wij 1
- onregelmatige werkwoorden wij 2
- onregelmatige werkwoorden wij 3
- onregelmatige werkwoorden wij 4
- onregelmatige werkwoorden wij 5
- onregelmatige werkwoorden wij 6
- onregelmatige werkwoorden wij 7
- onregelmatige werkwoorden wij 8
- onregelmatige werkwoorden wij 9
- onregelmatige werkwoorden wij 10
-
onregelmatige werkwoorden verleden tijd
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 1
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 2
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 3
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 4
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 5
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 6
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 7
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 8
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 9
- onregelmatige werkwoorden verleden tijd 10
-
onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 1
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 2
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 3
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 4
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 5
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 6
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 7
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 8
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 9
- onregelmatige werkwoorden voltooid deelwoord 10
-
onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 1
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 2
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 3
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 4
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 5
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 6
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 7
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 8
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 9
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 10
- onregelmatige voltooid deelwoorden in zinnen 11
-
-
belangrijke onregelmatige werkwoorden
-
zijn tegenwoordige tijd
-
zijn verleden tijd en voltooid deelwoord
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 1
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 2
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 3
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 4
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 5
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 6
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 7
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 8
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 9
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 10
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 11
- werkwoord zijn verleden tijd en vd 12
-
hebben tegenwoordige tijd
-
hebben verleden tijd en voltooid deelwoord
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 1
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 2
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 3
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 4
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 5
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 6
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 7
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 8
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 9
- werkwoord hebben vt en voltooid deelwoord 10
-
willen tegenwoordige tijd
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 1
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 2
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 3
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 4
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 5
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 6
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 7
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 8
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 9
- werkwoord willen tegenwoordige tijd 10
-
worden verleden tijd en voltooid deelwoord
-
kunnen tegenwoordige tijd
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 1
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 2
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 3
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 4
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 5
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 6
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 7
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 8
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 9
- werkwoord kunnen tegenwoordige tijd 10
-
kunnen verleden tijd en voltooid deelwoord
-
mogen tegenwoordige tijd
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 1
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 2
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 3
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 4
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 5
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 6
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 7
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 8
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 9
- werkwoord mogen tegenwoordige tijd 10
-
mogen verleden tijd
-
-
welke tijd?
-
nu of vroeger
-
tegenwoordige tijd of verleden tijd
-
-
werkwoorden in rijtjes oefenen
-
werkwoordenrij tegenwoordige tijd
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 1
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 2
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 3
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 4
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 5
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 6
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 7
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 8
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 9
- werkwoordenrij tegenwoordige tijd 10
-
werkwoordenrij ook verleden tijd
- werkwoordenrij ook verleden tijd 1
- werkwoordenrij ook verleden tijd 2
- werkwoordenrij ook verleden tijd 3
- werkwoordenrij ook verleden tijd 4
- werkwoordenrij ook verleden tijd 5
- werkwoordenrij ook verleden tijd 6
- werkwoordenrij ook verleden tijd 7
- werkwoordenrij ook verleden tijd 8
- werkwoordenrij ook verleden tijd 9
- werkwoordenrij ook verleden tijd 10
-
werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 1
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 2
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 3
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 4
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 5
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 6
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 7
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 8
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 9
- werkwoordenrij ook onregelmatige werkwoorden 10
-
werkwoordenrij met voltooid deelwoorden
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 1
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 2
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 3
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 4
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 5
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 6
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 7
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 8
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 9
- werkwoordrij met voltooid deelwoord 10
-
werkwoordenrij met onregelmatige werkwoorden
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 1
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 2
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 3
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 4
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 5
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 6
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 7
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 8
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 9
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 10
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 11
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 12
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 13
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 14
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 15
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 16
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 17
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 18
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 19
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 20
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 21
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 22
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 23
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 24
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 25
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 26
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 27
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 28
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 29
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 30
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 31
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 32
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 33
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 34
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 35
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 36
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 37
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 38
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 39
- werkwoordenrij onregelmatige werkwoorden 40
-
-
werkwoorden ik
-
werkwoorden ik tegenwoordige tijd
- ik tegenwoordige tijd 1
- ik tegenwoordige tijd 2
- ik tegenwoordige tijd 3
- ik tegenwoordige tijd 4
- ik tegenwoordige tijd 5
- ik tegenwoordige tijd 6
- ik tegenwoordige tijd 7
- ik tegenwoordige tijd 8
- ik tegenwoordige tijd 9
- ik tegenwoordige tijd 10
- ik tegenwoordige tijd 11
- ik tegenwoordige tijd 12
- ik tegenwoordige tijd 13
- ik tegenwoordige tijd 14
- ik tegenwoordige tijd 15
- ik tegenwoordige tijd 16
- ik tegenwoordige tijd 17
- ik tegenwoordige tijd 18
- ik tegenwoordige tijd 19
-
ik tegenwoordige tijd moeilijk
-
werkwoorden ik verleden tijd
- ik verleden tijd 1
- ik verleden tijd 2
- ik verleden tijd 3
- ik verleden tijd 4
- ik verleden tijd 5
- ik verleden tijd 6
- ik verleden tijd 7
- ik verleden tijd 8
- ik verleden tijd 9
- ik verleden tijd 10
- ik verleden tijd 11
- ik verleden tijd 12
- ik verleden tijd 13
- ik verleden tijd 14
- ik verleden tijd 15
- ik verleden tijd 16
-
ik verleden tijd moeilijk
-
-
gebiedende wijs, de imperatief
-
scheidbare werkwoorden
-
scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 1
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 2
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 3
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 4
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 5
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 6
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 7
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 8
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 9
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 10
- scheidbare werkwoorden tegenwoordige tijd 11
-
scheidbare werkwoorden verleden tijd
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 1
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 2
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 3
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 4
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 5
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 6
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 7
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 8
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 9
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 10
- scheidbare werkwoorden verleden tijd 11
-
-
werkwoordspelling wederkerend werkwoord
-
het wederkerend werkwoord
- werkwoorden met zich invullen 1
- werkwoorden met zich invullen 2
- werkwoorden met zich invullen 3
- werkwoorden met zich invullen 4
- werkwoorden met zich invullen 5
- werkwoorden met zich invullen 6
- werkwoorden met zich invullen 7
- werkwoorden met zich invullen 8
- werkwoorden met zich invullen 9
- werkwoorden met zich invullen 10
-
wederkerende werkwoorden in zinnen
- wederkerende werkwoorden in zinnen 1
- wederkerende werkwoorden in zinnen 2
- wederkerende werkwoorden in zinnen 3
- wederkerende werkwoorden in zinnen 4
- wederkerende werkwoorden in zinnen 5
- wederkerende werkwoorden in zinnen 6
- wederkerende werkwoorden in zinnen 7
- wederkerende werkwoorden in zinnen 8
- wederkerende werkwoorden in zinnen 9
- wederkerende werkwoorden in zinnen 10
-
-
vormen van het werkwoord herkennen
-
persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 1
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 2
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 3
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 4
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 5
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 6
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 7
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 8
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 9
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 10
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 11
- persoonsvorm en voltooid deelwoord herkennen 12
-
-
te en het infinitief
-
Welk werkwoord?
-
van tegenwoordige tijd naar verleden tijd
-
enkelvoud of meervoud?